Tjongie's website: | |
Recht |
Bachelor
In september 2003 begon ik vol goede moed aan de studie. Ik zie me nog staan op het station van Utrecht, wachtend op de trein nadat ik de eerste boeken en readers voor het vak 'Grondslagen van het recht' had aangeschaft. Ook opdrachten en huiswerk. Nou ja, we zouden wel zien. De hoorcolleges waren een feest, Peter Rijpkema wist de verbinding met de praktijk moeiteloos te leggen en ik was bepaald niet de jongste. Ook niet de oudste overigens. Nadat dit vak met succes was gevolgd stonden de kernvakken op het menu: kernvak strafrecht (je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is en je mag niet zomaar aangehouden worden, kernvak privaatrecht (het meest omvattende recht op een zaak is het recht op eigendom!), kernvak publiekrecht (waar ik veel gemak had van mijn werk) en kernvak internationaal recht (waar ik.nog steeds niet veel mee heb, hoewel mijn masterscriptie alles met artikel 6 van het EVRM te maken heeft).
Hiermee zat de bachelor er voor de helft op en konden keuzes gemaakt worden. Dat viel nog niet mee en ging vooral volgens het principe van "wat kies ik niet". Geen strafrecht en geen internationaal recht dan maar. Privaatrecht is iets waar iedereen mee te maken krijgt, dus dat wel en zo kwamen vakken als personen- en familierecht ("wie is je moeder" en iets lastiger "wie is je vader"), relatievermogensrecht (wel of niet in gemeenschap van goederen trouwen; onlangs werd in de politiek het onzalige idee geopperd om huwelijkse voorwaarden verplicht te stellen?!), arbeidsrecht (kan een werkgever je zomaar ontslaan vroeg een student van 19 zich geschokt af? Ja), handels- en rechtspersonenrecht (met vervoer over zee) en huurrecht (hurenheb ik net als vele anderen jaren gedaan) op het programma.
Natuurlijk vergat ik mijn afkomst niet en koos ik ook wat bestuursrechtelijke vakken als handhavingsrecht (niet alles wordt gedoogd en dat was nieuw voor mij, haha), omgevingsrecht (inclusief de bouwvergunningen) en milieurecht (schijnt steeds belangrijker te worden; ik kom overigens uit een heel goed milieu).
Beginselen privaatrechtelijk procesrecht was erg aardig. Worden de beginselen wel in praktijk gebracht. Onder geloof en recht ga ik er verder op in. Rechtssociologie leverde ook meer op dan ik gedacht had en het verplichte vak algemene rechtsleer verbond alles aan elkaar. In het kader van dat vak schreef ik een essay over de vraag: "Wat is recht?".
In die tijd gingen we bij het UWV ook met mediation aan de slag en dat was dus ook een logisch vak om te volgen. Met 8 verschillende docenten werden via gastcolleges allerlei soorten mediation (familie en grote bedrijven b.v.) gepresenteerd en in werkcolleges gingen we zelf aan de slag. Een erg leuk vak om te volgen. Daarmee had ik wel één vak te veel gevolgd, maar dat mocht. Eén vak te weinig had niet gemogen.
Tussendoor schreef ik een bachelorscriptie over de wet dwangsom bij niet tijdig beslissen waarbij ik me afvroeg of dit wetsvoorstel er toe zou leiden dat het openbaar bestuur voortaan sneller gaat beslissen. Enige twijfel en scepsis bleef, hoewel het een sympathiek middel is.
Aan het einde zette ik nog een portfolio in elkaar met enige reflectie en in april 2008 kon ik het diploma aanvragen.