Tjongie's website: | |
Geloof |
Er kraait geen haan naar
Dit spreekwoord is afkomstig uit de Bijbel en kan hier op de site niet ontbreken, al was het maar omdat ik zelf op locatie een foto gemaakt heb! Het betekent zoveel als dat je iets dat eigenlijk niet door de beugel kan, toch wel kan doen, omdat niemand zich daar druk om maakt. Gauw naar de foto.
De foto heb ik op 13 mei 2008 gemaakt in Jeruzalem. Dit beeld, dit kunstwerk staat bij het huis waar 2000 jaar geleden de hogepriester Kajafas woonde. Dat was de eerste plek waar Jezus werd gebracht nadat hij gevangen genomen was en daar was Petrus toen de haan kraaide. Het verhaal begint wanneer Jezus vertelt dat hij binnenkort gevangen genomen moet worden. Dat willen zijn volgelingen, de discipelen niet horen. Dat nooit! En Petrus die altijd haantje de voorste is zegt: wij gaan mee, we zullen U nooit alleen laten. Goede voornemens ja, maar het zal heel anders gaan. Sterker nog, ze zullen vluchten en Petrus zal zelfs ontkennen dat hij Jezus kent. Jezus zegt: voordat de haan morgen gekraaid zal hebben, zal jij Mij 3x verloochend hebben. Je kan het nalezen Later op de avond wordt Jezus gevangen genomen en naar het huis van Kajafas gebracht en Petrus volgt op een grote afstand. Van verre zegt Mattheüs in vers 58. En wanneer Petrus dichterbij komt, maar wel buiten de zaal komen er één voor één drie mensen op Petrus af. Eerst een dienstmeisje: Hé, hoor jij niet bij Jezus? Nee! Ikke niet! Maar het wordt Petrus wel wat te warm onder de voeten en hij gaat richting de uitgang en warmt zich bij het vuur van de soldaten. Maar dan is er toch iemand die Petrus denkt te herkennen: Zeg, jij bent toch één van Zijn discipelen? Nee, niet waar. Maar een derde zegt: volgens mij heb ik je wel gezien, je hoort bij Jezus. Nee, echt niet. Maar Petrus zei: Mens, ik weet niet wat u zegt. En onmiddellijk, terwijl hij nog sprak, kraaide de haan (Lukas 22:60). Op de foto hiernaast zie je Petrus in het midden zitten en ook de drie andere hoofdrolspelers zijn present. Rechts een dienstmeisje, een ander en een soldaat. Bovenaan natuurlijk de haan. Op de sokkel staan de woorden: non novi illum: Ik ken hem niet. Op het plaatje hieronder zie je de geschiedenis ook afgebeeld en heb ik op internet opgeduikeld. Je ziet het meisje aan Petrus vragen: zeg, hoor jij ook niet bij Jezus? Wat Petrus deed kon echt niet door de beugel en werd ook niet door de vingers gezien. De haan kraaide direct. Er kraaide wel een haan naar. Mensen laten het nog wel eens op zijn beloop, maar dat doet God nooit. Hij kan geen onrecht dulden. Hij zou God niet zijn, wanneer Hij geen recht zou doen. Ook jij en ik komen niet weg met onze fouten. Betekent dat dat het met ons verkeerd afloopt? Nee, dat hoeft niet, want dan moet je nog even verder lezen wat er nog meer gebeurde toen de haan kraaide: En de Heere keerde zich om en zag Petrus aan (Lukas 22:61). Wij zouden iemand die ons niet langer wil kennen, niet meer aankijken, maar zo is Jezus niet |
Het moet wel worden uitgepraat en dat gebeurt op het strand nadat Jezus is opgestaan. Je kan het nalezen in Johannes 21: 15-17: Toen zij dan de middagmaatlijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. hij zei tegen hem: Weid mijn lammeren. Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U h oud. Hij zei tegen hem: Hoed mijn schapen. Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroef, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid mijn schapen. Hij zoekt na Zijn opstanding Petrus weer op en Petrus wordt weer als discipel aangenomen, hij mag zelfs anderen gaan leiden. Dat ging overigens niet op de manier van, ik zie het wel door de vingers, nee de Heere Jezus vraagt ook tot 3x toe aan Petrus: Simon, heb je Mij lief? Petrus moet daarmee dus schuld bekennen en hij is bepaald niet meer degene die zich op de borst slaat, maar hij weet wel waar hij zijn moet en hij kan er ook niet meer onderuit: Heere, U weet alles, U weet dat ik U liefheb. Petrus is zelfs zo bescheiden dat hij niet meer durft te zeggen dan: ik houd van U. Dat klinkt zwakker als liefhebben, maar wie de derde vraag van Jezus leest, ziet dat dit ook voor Jezus genoeg was. Met Petrus kwam het goed, dat kan ook voor een ander. Ja? Ja, als dat voor Petrus kan, die Jezus glashard verloochende, dan kan het ook voor jou en mij. Maar dan alleen wanneer je je fout toegeeft en niet meer zonder Jezus kan. |