Tjongie's website | |
Werk |
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen |
Het UWV was niet mijn eerste werkgever, al was het maar omdat het UWV pas in 2002 is ontstaan. Voor die tijd was ik werkzaam bij één van de rechtsvoorgangers het Gemeenschappelijk Administratie Kantoor. Op mijn trouwschoenen ging ik medio december 1990 op sollicitatiegesprek. Er waren meer kandidaten en ze moesten er nog even over nadenken, maar voordat ik vanuit Utrecht weer thuis was in Putten, hadden ze al gebeld. Of ik dan en dan op de medische keuring kon komen (dat mocht toen nog) en dan kon ik 2 januari 1991 beginnen.
Beambte op de ziektewet
Ik begon als assistent behandelend beambte op de ziektewet. Tegenwoordig kan je daar geen droog brood meer in verdienen, want de eerste 2 jaar van ziekte moet de werkgever het loon doorbetalen en komt het UWV nauwelijks in beeld, maar toen kreeg iedereen wanneer hij ziek werd een uitkering. Als je pech had hanteerde je werkgever één of twee wachtdagen, maar daarna kwam het geld jouw kant op. Met een half jaartje werd ik zelfstandig, maar toen er plannen kwamen om de wachttijd te verlengen naar 2 weken voor kleine werkgever en 6 weken voor grote werkgevers, waardoor een griepje en al het kortdurend verzuim niet meer tot uitkering zou leiden, besloot ik te solliciteren op de afdeling werkloosheidswet en daar kon ik in januari 1993 beginnen.
Na 2 jaar ziektewet naar de werkloosheidwet
De werkloosheidswet vroeg al iets meer van je, want je moest zelf beoordelen of iemand werkloos was. Bij de ziektewet was je vooral afhankelijk van het oordeel van de medische dienst. Op deze afdeling heb ik 6 jaar gewerkt, kreeg ik voor het eerst te maken met nieuwe mensen die moesten worden ingewerkt en kwam ik ook in aanraking met faillissementen en werklozen die in het buitenland hadden gewerkt. Ook nam ik wel aanvragen in van mensen die een WAO-uitkering hadden, maar weer geschikt geacht werden voor werk. Een miljoen WAO-ers was een schrikbeeld dat voorkomen moest worden. De beste herinneringen bewaar ik aan de laatste jaren toen ik belast werd met de afwikkeling van beslissingen op bezwaar. De afdeling bezwaar en beroep corrigeerde (laten we het vriendelijk zeggen) nog wel eens beslissingen waarbij de uitkering was geweigerd of te laag was vastgesteld en ik verrichtte dan nabetalingen en schreef brieven. Ook kreeg ik veel vragen van de collega's van de 6e verdieping, want daar huisde bezwaar en beroep. Wij zaten op de tweede verdieping en zoals in de meeste bedrijven, hoe hoger je zit, hoe belangrijker je bent. .
Ook de ww werd bijna onbetaalbaar, mensen die ouder waren dan 57,5 kregen uitkering tot hun 65e en in totaal kon je 7,5 jaar uitkering krijgen, en hier diverse ingrepen die meer eisen stelden aan het arbeidsverleden en ook de hoogte van de uitkering werd meer en meer afhankelijke van dat arbeidsverleden. Werk was er zat, maar toen een oude manager van de ww, inmiddels werkzaam op de afdeling werkgeverszaken, vroeg waarom ik niet voor hem werkte, kwam het tot een sollicitatiegesprek en in september 2000 werd ik polisbeheerder op de afdeling werkgeverszaken
Van uitkeringen voor werknemers naar aanspreekpunt voor werkgevers
Een hele nieuwe wereld ging daar voor me open. Werkte ik eerst aan de uitkeringenkant, hier zat ik bij de inkomsten. Werkgever moeten hun werknemers verzekereen, premie afdragen, zich extra verzekeren, werknemers ziek melden en wat al niet meer. Elke polisbeheerder werkte samen met een inspecteur en een administratief medewerker en beheerde een regio. Veel contacten, veel relatiebeheer en een leerzame tijd. Na 2 jaar kreeg ik de kans om door te groeien op de afdeling, maar nog geen week later kwam een vacature vrij op de afdeling bezwaar en beroep en dat trok!
De start van een juridische loopbaan binnen het UWV
In september 2002 begon ik als medewerker bezwaar en ik kreeg stevige begeleiding. Ik ben er Mirjam nog steeds dankbaar voor. De eerste maanden mocht ik mij richten op de ww, maar daarna kwam ook de wao in beeld. Dat was voor mij nieuwe materie, maar dus ook weer een uitdaging. Na een jaar mocht ik een nieuwe collega inwerken en toen dat lekker ging, werd ik weer een half jaar later vrijgesteld van mijn werk om 8 nieuwe medewerkers in te wijden in de geheimen van het vak. In die tijd werd ik ook bevorderd tot medewerker bezwaar en beroep en maakte ik mijn opwachting bij de rechtbank.
Bij een reorganisatie werd ik overgeplaatst naar Zwolle en van daaruit werd ik ook afgevaardigd naar de Centrale Raad van Beroep voor hoger beroep. Toen na ruim een jaar in Zwolle de senior medewerker bezwaar en beroep met verdiend pensioen ging, besloot ik te solliciteren. Misschien wat vroeg en ik was zeker nog niet uitgekeken op mijn inhoudelijke functie, maar je weet niet wanneer die kans weer komt. Na een assessment werd ik geschikt bevonden en tot het einde van mijn loopbaan bij het UWV heb ik die functie vervuld. Kort gezegd verantwoordlijk voor de kwaliteit van het werk van de afdeling. Als senior stuurde je tussen de 15 en 20 jurisiten aan, beoordeelde hun werk, coachte, hield ze op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, gaf je tips, hakte je knopen door en overlegde je als staf veel met management en met andere afdelingen. Veel mensencontacten en erg leuk, en hoewel ik van tijd tot tijd ook nog zelf naar de rechtbank of de CRvB ging om onze beslissingen te verdedigen, ging ik het echte inhoudelijke werk wel wat missen.
Als seniorjurist na 17 jaar uit dienst en van een bestuursorgaan naar een stichitng die opkomt voor de mens die verplettert wordt door een bestuursorgaan
Aan het einde van de lente van 2008 rondde ik mijn bachelor af en ik ging op zoek naar een stageplek bij een advocaat om als vak in te brengen binnen mijn master. Eens kijken in een andere omgeving en tegelijk studiepunten vergaren. Tijdens die zoektocht naar een stageplek stuitte ik op een vacature bij Stichting de Ombudsman die mij wel aansprak. Gesolliciteerd en de rest is historie.