(1) de Graaff,RAG - van Donk,Diederik [D05]
KNSB 3C Leiden (1), 17.09.2011
[Ewoud 't Jong]

1.d4 d5 2.Pf3 Pf6 3.e3 e6 4.Ld3 c5 5.c3 Allemaal al honderden keren gespeeld. Wit zet het rustig op. Beiden hebben een ingesloten loper op c1 en c8, maar wit heeft een tempo meer en komt vaak tot e3-e4. 5...c4 6.Lc2 Pc6 7.Pbd2 b5 Zwart zoekt zijn heil op de damevleugel, b5-b4 hangt in de lucht. Toch vind ik het gewaagd. Het geheel ziet er een beetje gammel uit. Direct 8 a4 kan je counteren met b5-b4, maar hoe zit dat later in de partij? 8.e4 Wit wacht het niet af en komt met de verwachte opstoot. 8...dxe4 9.Pxe4 Pd5 Nog meer druk op b4 en c3, maar doet niets aan de ontwikkeling. Le7 lijkt mij beter. Dat ontwikkelt een stuk. Je vervolgt met 0-0 en Lb7 en je kan de strijd aan. 10.0-0 Wit ontwikkelt rustig verder. Opnieuw zou a4 gecounterd worden door b4 en dankzij de druk op c3 past het tactisch allemaal. Een voorbeeld: [10.a4 b4 11.De2 bxc3 (11...Ld7 12.Dxc4 Tc8 13.De2 bxc3 14.bxc3 f5 ) 12.bxc3 f5 13.Ped2 Le7 14.Dxc4 en mijn gevoel zegt dat zwart tegenspel heeft, maar ook dat het niet gemakkelijk is.] 10...Lb7 11.Lg5 Dc7 11 Le7 is de zet die je zou verwachten, maar dat maakt Pc5 mogelijk. Direct of na een ruil op e7. Het is de vraag hoe erg dat is. Silman zegt in één van zijn fantastische boeken: kijk altijd goed of de dreiging van je tegenstander wel een dreiging is! Laat hem zijn foute plannen maar uitvoeren. Al lïjkt me eerlijk gezegd met ooit Pc5 niet veel mis. 12.Te1 h6 Zwart heeft afgezien van Le7 en houdt consequent vol, maar met een toren op e1 zou ik hier toch wat gaan beven. 13.Lh4 f5 14.Pc5 Daar is toch Pc5 en omdat e6 2x aangevallen staat, is er eigenlijk geen keus. 14...Lxc5 15.dxc5 maar nu hangen zowel d5 als e6 als f5. Vluchten met 0-0 lijkt de enige reële optie, ook al is de strijd eigenlijk al beslist. 15...g5 Diagram [15...Pd8 16.Pd4 is een alternatief voor 0-0, maar ook niet één waar je vrolijk van wordt.] 16.Dxd5 Een gepend stuk is een slechte verdediger. 16...gxh4 17.Dxe6+ Pe7 18.Pxh4 Ld5 Diagram 19.Dxd5 Een gepend stuk is een slechte verdediger. Dit was niet de start die Diederik zich als vaste teamspeler had gewenst. Een partij om gauw te vergeten. Iets dat hij bevorderde door zijn boekje in Leiden achter te laten. Via de teamleider van LSG 4 (Wim Zwinkels, een studiegenoot van Ewoud in de jaren '80) werd de partij echter achterhaald en aan de vergetelheid ontrukt. Het kan alleen maar beter! 1-0













(2) den Boer,Reinier (1641) - van Benthem,Arjen (2145) [A70]
KNSB 3C Leiden (1.1), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 c5 4.d5 exd5 5.cxd5 d6 6.Pc3 g6 7.e4 a6 8.a4 Lg4 9.Le2 Lg7 10.0-0 De voorzitter achter het bord. Op zich geen goed teken, want dat betekent dat we met een invaller aantreden. Wel prettig dat dan juist de voorzitter achter het bord zit,, want hij speelt altijd lange partijen en met zijn inzet houdt hij de teamspirit hoog. 10...Lxf3 Paarden of lopers: welke zijn sterker? Alles hangt af van de stelling. Hier speelt zwart op het sterke veld e5. Het witte paard van f3 betwist zwart dat veld, dus die moet er af. Verder heeft zwart een mooie loper op g7, dus zal hij later met b7-b5 een aanval op de damevleugel in zetten. Wit heeft een potentieel sterke pion op d5 en moet aansturen op e4-e5. Daarom is 10 Lxf3 een logische en goede zet. 11.Lxf3 0-0 Deze stelling komt in de MegaBase 2011 al 171 x voor en wit scoort uit deze stelling 55%, dus Reinier is goed bezig. 12.Db3 neemt de pion op b7 op de korrel. Wie ziet het andere stuk dat ook b7 zou kunnen aanvallen? 12...Dc7 Diagram 13.Lg5 Geen slechte zet, verre van zelfs, maar na de partij liet Reinier zien waar hij nog meer over nagedacht had en dat was erg interessant! Het antwoord op de vraag "wie kan b7 aanvallen" is natuurlijk "Lf3!". Reinier dacht daarom na over 13 e4-e5! [13.e5! dxe5 14.d6! (14.Td1!! is beter dan d6, maar d6 was wat Reinier bekeken had en wat wij mensen tenminste kunnen begrijpen. Td1 is echter ook logisch want je ondersteunt de sterke vrijpion en dreigt d6 met nog meer kracht. 14...e4 Zwart doet er verstandig aan een pion terug te geven volgens de computer, dat is voor ons mensen al lastig om te zien. Daardoor doet in ieder geval de loper op g7 weer mee en het ruilt een stuk. Stel dat zwart een ander principe huldigt en probeert de vrijpion op d5 te blokkeren. In principe is daar het paard het meest geschikt voor en dus kiest voor Pe8. (14...Pe8 15.d6!! Diagram Natuurlijk! Dit maakt de loper op f3 actie en maakt ruimte voor het paard op d5. Alle witte stukken worden actief. 15...Pxd6 16.Pd5 Dd8 is de enige logische zet. Voor je Da5 speelt moet je kijken naar Db6, Pb6 en wat niet al. (16...Da5 17.Db6 (17.Pb6 c4! Zwart doet alles om los te komen. Hier zie je goed dat het in de eerste plaat niet om materiaal gaat, maar om activiteit. Wanneer je geen activiteit hebt, verlies je op den duur vanzelf materiaal. (17...Ta7? 18.Ld2! ) ) 17...Pc6 18.Dxa5 Pxa5 19.Pe7+ Kh8 20.Txd6 en wit wint een stuk.) 17.Pb6 e4 gedwongen, want er dreigde niet alleen Pxa8 als ook Pc4! en wat nog veel belangrijker is, de loper van g7 gaat meedoen zodat de dreiging Pc4 gepareerd kan worden met Ld4! (17...Ta7 18.Pc4 en ook hier wint wint een stuk.) 18.Lg4 (18.Le2 Ta7 19.Pc4 Ld4 ) 18...Ta7 19.Pc8 Diagram en dit verdient nog eens een diagram. Zwart heeft Pc4 uit de stelling gehaald, maar door de inlassing van e5-e4 en Lf3-g4 doet wit het nu over c8. Valt niet alleen het paard op d6 aan, maar ook de toren op a7! Wat is schaken toch mooi. Je moet echt analyseren met het bord en dingen proberen. Ik had deze partij eerst met de computer geanalyseerd, maar dan kijk je telkens alleen naar de beste zet zonder dat je er veel van leert. Ik volstond met de algemene opmerking, zwart doet e5-e4 zal wel moeten of zo, maar pas toen ik met de hand ging analyseren en dingen probeerde ontdekte ik waarom e5-e4 wel moet en zag ik veel van dit moois. Wit wordt anders veel te actief en wint in alle varianten materiaal.) 15.Pxe4 Pxe4 16.Lxe4 Le5 17.g3 en met loperpaar en sterke pion op d5 staat wit wat gemakkelijker. Zwart kan wel zijn loper op d6 zetten, maar dan komen Lh6 en Dc3 en zwart moet zijn koningsvleugel verzwakken.) 14...Dxd6 15.Dxb7 Pbd7 en hier had Reinier gekeken naar Dxa8. Dat hoeft natuurlijk niet. Iets als Td1 is beter en wit heeft druk, maar staat wel een pionnetje achter.] 13...Pbd7 14.Tfe1 Tfe8 15.Lxf6?! Jammer, tot dusver had Reinier sterk gespeeld. De loper is nodig om de zwarte velden te beschermen. Nu heeft de loper op g7 geen opponent meer. De loper doet op g5 niet zo veel, dat had Reinier wel weer goed gezien. Lf4 was de zet. 15...Lxf6 16.Ld1 Tab8 17.f4 Wat me wel bevalt is dat Reinier speelt met een plan. Loper aan de kant, dan de f-pion opspelen en als je dat van plan bent, moet je geen loper op f4 hebben staan. Dat is misschien wel het belangrijkste in het schaken: speel met een plan. Spelen zonder plan verliest altijd. Nadeel van f2-f4 is dat de diagonaal g1-d4 wordt verzwakt. 17...c4 Natuurlijk. Pionnen op wit, de loper staat op zwart. Ook wordt veld c5 nu erg sterk voor zwart, b7-b5 komt ook in de stelling en daarom had wit misschien eerder a4-a5 moeten spelen. 18.Db4 b5 19.axb5 axb5 20.Kh1 Dc5 Ik vind dit een mooie zet. De dame op b4 doet niet veel, maar na ruil van dit stuk houdt wit helemaal niets meer over. 21.Dxc5 Pxc5 Diagram Ik had het genoegen naast Reinier te mogen zitten en ik genoot van de stelling, al vond ik het wel jammer dat Reinier wit had natuurlijk. Alles hangt bij wit, de witte stelling is helemaal uit het lood. Er dreigt Lxc3 en de pion op e4 hangt, er dreigt Pd3 en dan Pxf4 of Pxb2. Allemaal het gevolg van het weggeven van de loper op f6, of beter gezegd van het nalaten van e4-e5 op het moment dat het kon! Grijp je kansen wanneer het kan. 22.Lc2 Haalt Pd3 uit de stelling en dekt ook e4. Helaas heeft zwart nog een manier om e4 aan te tasten. 22...b4 23.Pa4 Pxa4 24.Lxa4 Lxb2 25.Lxe8 [25.Tab1 Lc3 26.Te2 Te7 was een iets betere kans omdat er ongelijke lopers op het bord blijven, maar het pionnenpaar b4-c4 zal de strijd wel beslissen.] 25...Lxa1 26.Txa1 Txe8 27.Ta4 Txe4 en ook nu brengt het pionnenpaar op b4 en c4 de beslissing. 0-1













(3) Erwich,Frans (1963) - 't Jong,Ewoud (2094) [A51]
KNSB 3C Leiden (1.2), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.d4 Pf6 2.c4 e5 3.dxe5 Pe4 4.a3 De beste zet voor wit en het stelt zwart danig op de proef. 4...b6 Een van de frisse ideeën in deze variant. 5.Pf3 [5.Dd5 Pc5! 6.Dxa8 (6.Dd1 was de partij Hans van Doorn - Ewoud 't Jong in het vorige seizoen PSV DoDO 1 - SGA 2.) 6...Lb7 7.Dxa7 Pc6 8.Dxb7 Pxb7 en zwart is licht in het voordeel.] 5...Lb7 6.Dc2 De kritieke variant is Pbd2 volgens de laatste inzichten. Ik nam aan dat mijn tegenstander met Dc2 de zet Pc3 wilde voorbereiden en besloot daarop te anticiperen. 6...a5!? 7.Pc3 En hier moest ik echt op mijn handen gaan zitten. Ik wist dat ik Pxc3 ging spelen, maar wilde wit niet achterdochtig maken en deed dus net of ik ook over Pc5 nadacht. 7...Pxc3 Diagram En hoe sla je hier terug? 8.bxc3 Natuurlijk niet 8 Dxc3?? Lb4! de pointe achter 6 a5. Toen ik de stelling opzocht in de database bleek er echter nog een zet te zijn en wel Lg5! Dat lijkt meteen te verliezen na f7-f6, maar dankzij de penning over de diagonaal c3-h8 krijgt wit opeens de gelegenheid om toch met de dame op c3 te slaan. [8.Lg5! Wat een fraaie tussenzet. Schaken is geen dammen! Terugslaan is niet verplicht. Mooi! 8...f6 (8...Le7 9.Lxe7 Dxe7 10.Dxc3 0-0 en zwart zal de pion op e5 wel terugkrijgen, al geef ik de voorkeur aan de witte stelling.; 8...Dc8 9.Dxc3 en hier gaat de grap met Lb4 niet op omdat wit eerst kan slaan en dan met Dc1 de toren op a1 kan dekken. ) 9.exf6 gxf6 10.Dxc3 en wit staat goed.] 8...Pa6 Natuurlijk! Op weg naar het mooie veld op c5. Zwart staat mag hier tevreden zijn, ook al beweren de computers met hun analyses misschien anders. 9.Lf4 Met pionnen op a3 en c3 breng je de loper graag buiten de keten. 9...Pc5 Zwart speelt nog steeds op veld e4! 10.Pd2 De7 11.e4 g5! ontwikkelt met tempowinst. De witte stukken staan achter de pionnen, dus van koningsaanval komt het niet. Zwart wint tegelijkertijd ruimte. 12.Lg3 Lg7 13.Ld3 0-0-0 14.0-0 h5 15.f3 h4 16.Lf2 Diagram 16...d6! Op deze zet was ik trots. Zwart verstevigt zijn damevleugel en opent de d-lijn. 17.Lxc5 [17.exd6? Dxd6 en zwart wint een stuk.] 17...dxc5 18.Tfd1 Lxe5 [18...Dxe5 was ook te overwegen, de stelling na 19.Tac1 verdient een diagram. De zwarte stukken staan actief, de witte op een kluitje. Diagram ] 19.Pf1 Df6 20.Tac1 Lf4 Niet een zet om trots op te zijn. Zoals Jasper de volgende dag al aangaf was 20 h3 veel sterker. Het ondermijnt de pion op f3 en wint vrijwel meteen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar niet naar gekeken heb. Zoals in de partij van Hans al gezegd waren Hans en ik een half uur te laat, ik zag hier de mogelijkheid van een zetherhaling en besloot die aan te grijpen. Ik was hier al meer bezig met het halen van de 40e zet, dan met snel winnen. [20...h3 21.Le2 (21.gxh3 Txh3 ) 21...hxg2 22.Txd8+ Txd8 23.Kxg2 Th8 ] 21.Tb1 Le5 22.Tbc1 Td7 Wanneer alle torens er af gaan is de pion op c3 niet te houden. Daarom besloot is torens te verdubbelen op de d-lijn. 23.Le2 Thd8?! Ook niet de beste, natuurlijk had zwart 23 Txd1+ moeten spelen. Na 24 Lxd1 kan de andere toren naar de d-lijn. Nu krijgt wit de kans het stellingsbeeld te veranderen met 24 Td5. 24.Txd7 [24.Td5 Lxd5 (24...c6 25.Txd7 Txd7 en de witveldige loper van zwart moet ook nieuw emplooi zoeken, dus dat is niet de bedoeling.) 25.cxd5 c6! 26.c4 Ld4+ 27.Kh1 en door het ongelijke materiaal is dit in opkomende tijdnood niet zo gemakkelijk. Gelukkig zag wit er vanaf omdat hij de variant met c6! zag, dacht c4 te moeten spelen en hij wilde veld d4 niet kwijt.] 24...Txd7 25.Ld3 Td8 26.Le2 La6 27.Ld3 Lb7 Deze grap kennen we inmiidels van zet 20, zwart herhaalt een keer de zetten om tijd te winnen. 28.Le2 La6 29.Ld3 Dd6 30.Td1 Diagram en wit bezwijkt onder de druk. Zwart wint een pion en het is meteen klaar. Wit had zich taaier kunnen verdedigen met 30 Le2. Zwart moet dan wat rondzwerven met zijn dame, afwisselend de c3-pion of de c4-pion onder vuur nemen of toch nog het tweede front openen op de koningsvleugel. Dat was lastiger geweest voor zwart. [30.Le2 De6 31.Db3 f5 32.Dc2 f4 33.Db3 h3 34.g4 fxg3 35.hxg3 g4 de zwarte stukken kunnen veel sneller switchen dan de witte en dat beslist.] 30...Lxc4 31.Le2 De6 32.Txd8+ Kxd8 33.Dd2+ met dubbelaanval op de pion op g5. Ik twijfelde hier erg over Kc8 en Ke8 of Ke7 maar koos de beste. De zwarte koning staat opd e damevleugel veilig. 33...Kc8 34.Lxc4 Dxc4 35.Dxg5 Lxc3 Met de dreiging Ld4+. Zwart gaat winnen. 36.Kf2 Ld4+ 37.Ke1 Lc3+ 38.Kf2 Ld4+ En voor de derde keer in de partij last zwart een zetherhaling in. De 40e zet komt dichtbij! 39.Ke1 Dc3+ 40.Ke2 Db2+ Gered. Wit staat een pion achter en kan daarom nooit vrijwillig in een penning gaan staan. 41.Kd1 [41.Pd2 Lc3 42.Dd5 a4 (42...Dxd2+ 43.Dxd2 Lxd2 44.Kxd2 b5 en dit moet je met de hand analyseren en niet met de computer. Het duurde wel een paar dagen voor ik ontdekte dat dit gewonnen was voor zwart. Ik vond hoe langer hoe meer remises voor wit en uiteindelijk met hulp van de computer wist ik het te winnen. Erg leerzaam. In de partij zou ik dan ook niet voor het pionneneindspel hebben gekozen, maar gelijk zijn gaan lopen met mijn pionnen. Veel beter!; 42...Lxd2 43.Dxd2 Dxa3 44.Dd5 Db2+ 45.Ke1 Dd4 en heel moeilijk is het niet meer.) 43.Da8+ Kd7 44.Dd5+ Ke7 45.Dg5+ f6 46.Dg7+ Kd6 47.Df8+ Kc6 48.Da8+ Kb5 49.De8+ c6 50.Dd7 Dxd2+ 51.Dxd2 Lxd2 52.Kxd2 Kc4 en de zwarte stukken staan al een stuk beter dan daarnet. Het éénvoudigste is misschien wel het dame-eindspel na Lxd2 en Dxa3. ] 41...Db1+ 42.Ke2 Wit voelt zich gedwongen tot koningszetten en ik vond het best. 42...Db5+ c5-c4 was ook erg sterk, want zwart heeft alle velden al. De pion loopt ongehinderd door naar c1. Ik zag hier echter een variant met mat. 43.Ke1 Lc3+ 44.Kf2 Nu is het mat onvermijdelijk, als wit dat niet wilde, dan had hij met 44 Pd2 in een penning moeten gaan staan. [44.Pd2 Dd3 45.Kd1 Met de bedoeling de penning op te heffen. 45...b5 46.Kc1 Lxd2+ 47.Dxd2 Dxa3+ ] 44...Db2+ En waar de koning op zet 36 het open veld invluchtte, moet hij nu weer terug het hoekje in wil hij geen stuk verliezen. Maar na 45 Kg1 Ld4+ 46 Kh1 Df2 blijkt hij juist in de hoek te staan waar de klappen vallen. 0-1













(4) van Dijk,Olger (2002) - Groeneweg,Bart (1976) [B22]
KNSB 3C Leiden (1.3), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.e4 c5 2.c3 Een nieuw seizoen, maar sommige dingen veranderen niet. Olger heeft weer zijn c3-Siciliaan! 2...d5 3.exd5 Dxd5 4.d4 e6 5.Pf3 Pf6 6.Le2 Pc6 7.0-0 cxd4 8.cxd4 Le7 9.Pc3 Da5 Gebruikelijker is 9 Dd6 of 9 Dd8. Het lijkt mij vooral een kwestie van smaak. 10.a3 a6 11.Db3 Een zet die in de stelling past. Ik zou toch ook serieus nadenken over b2-b4, al was het maar om zwart te verleiden op b4 te slaan. Zowel na Lxb4 als Pxb4 kan gewoon axb4 en dame maal a1 wordt weerlegd met Db3. De dame gaat sneuvelen. [11.b4 Diagram 11...Lxb4 (11...Pxb4 12.axb4 Dxa1 13.Db3 ) 12.axb4 Dxa1 13.Db3 a5 14.Lb2 Dxf1+ 15.Lxf1 axb4 16.Pa2 ] 11...0-0 12.Td1 Olger zet zijn stukken logisch neer. De witte stelling vraagt om een keer d4-d5 waarna de witte stukken actief worden. 12...Td8 Zwart gaat d4-d5 natuurlijk tegen. 13.Le3 Ook Lf4 was mogelijk, zwart heeft geen druk op d4 voorlopig. 13...Pd5 14.Tac1 Wit ontwikkelt rustig door. Met Pxd5 was ook niets mis. Het paard is de ideale blokkeur en wordt meteen verwijderd. Zwart bereidt een Pd5 meestal voor met Pc6-b4 of Pc6-e7. Dan kan er altijd een paard op d5 blijven staan. Het ruilen is ook goed omdat de witte kansen op de koningsvleugel liggen en paard f6 is de natuurlijke verdediger, bijv. van h7. 14...Lf6 Diagram en zwart gaaat de druk op d4 verhogen. Tijd om de balans op te maken. Wit is verder ontwikkeld, de zwarte damevleugel is nog niet los. Wit heeft een geïsoleerde pion die kan op termijn zwak worden. Daarom moet wit actief spelen, zijn kansen liggen op de koningsvleugel. 15.Pe4 Dit was opnieuw een geschikt moment voor Pxd5, maar het is vooral een keuze. 15...Le7 16.Lc4 Pc3 zou een stil remise-aanbod zijn. Daarvoor ga je echter niet naar Leiden en je moet je verantwoordelijkheid voor het team nemen. Zelf vind ik het nog wel eens lastig, ik zou in ieder geval wel Pc3 gespeeld hebben, om te kijken of zwart remise wil en voor ordinaire tijdnoodjunken als Olger en mijzelf is een zetherhaling tussendoor wel nuttig. 16...Pxe3 Diagram In de analyse achteraf stelde Olger hier 17 fxe3 voor. Hij had daar lang naar gekeken. De f-lijn komt open, je hebt twee pionnen in het centrum en bent van de iso op d4 af. Anderzijds heb je na d4-d5 een iso op e3 of je moet spelen voor een plan met e3-e4 en dan d4-d5. Het was een heel andere partij geworden. Goed om dit eens te bekijken voor een volgende keer. 17.Dxe3 h6 18.b4 Dc7 19.La2 Als ik me goed herinner was Olger vooral over deze zet ontevreden. Hij had 19 Lb3 moeten doen. Het verschil zien we op zet 21. 19...Ld6 20.Pxd6 Txd6 21.d5 Diagram Wanneer de loper nu op b3 had gestaan, was de zet uit de partij 21 Dd8 niet mogelijk. Wit staat dan ook vrijwel gewonnen hier, want 21 exd5 22 De8+ is ook geen pretje. Wanneer we teruggaan naar het diagram zien we dat de zwarte koningsvleugel er wat verlaten bij ligt. Het opzetten van een batterij op de diagonaal b1-h7 is daarom een sterk alternatief. [21.Lb1 Dd8 22.Dd3 f5 23.La2 Kh7 en de zwarte koningsvleugel is een beetje shaky. ] 21...Dd8! De reddende zet. [21...exd5 22.De8+ Kh7 23.Lxd5 Tb8 24.Dxf7 ] 22.Db3 exd5 23.Txd5 Le6 24.Txd6 Dxd6 25.Dc2 Lxa2 26.Dxa2 Td8 alle muziek is uit de stelling, remise derhalve. 1/2-1/2













(5) de Mooij,Marco (1901) - Bloemen,Hans (1618) [B18]
KNSB 3C Leiden (1.4), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.e4 c6 He, Hans ook achter het bord. Niet één invaller, maar twee invallers. Gelukkig is Hans niet te beroerd om in te vallen en hij komt uit de streek. Dankzij zijn stuurmanskunst en streekkennis kwamen we ondanks een omleiding slechts een klein half uur te laat aan. Hij had er zelf zin in en kwam goed uit de startblokken. 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Lf5 5.Pg3 Lg6 6.Lc4 Massa's volksstammen gaan hier verder met h4 en ook Pf3 is veel gespeeld. Als ik me niet vergis gaat de man uit Leiden hier voor de variant die ook Rody speelt. 6...e6 7.P1e2 Ld6 8.0-0 En hier is 8 h2-h4 een andere veelgespeelde zet. 8...Pf6 9.f4 Dc7 10.Kh1 Haalt Lxh2 met schaak er uit. [10.f5 exf5 11.Pxf5 Lxh2+ 12.Kh1 is de partij Rody Straat - Jan van Dorp 22 maart 2008 8e finale OSBO-cup. Die partij werd door wit gewonnen. 12...0-0 13.g3 Lxf5 14.Txf5 Lxg3 15.Txf6! ] 10...Pbd7 11.f5 exf5 12.Pxf5 Lxf5 13.Txf5 Lxh2 Hans is niet bang en snoept de pion er af. De witte koning komt een beetje in zijn hemd te staan. 14.De1 [14.Pf4 Lxf4 15.Lxf4 Db6 16.De2+ Kf8 17.Ld6+ Kg8 Diagram 18.De6!! is maar een aardigheidje, maar wel een variant die wit niet had mogen missen. Als je deze opening speelt dan moet je weten dat 14 Pf4 wint.] 14...0-0 Goed gespeeld door Hans. Voor de hand ligt 14 Ld6, maar na 15 Pf4+ Le7 16 Ph5! heeft wit een stevig initatief. [14...Ld6 15.Pf4+ Le7 16.Ph5 ] 15.Dh4 Wit had conseqent moeten zijn en voor g2-g3 moeten gaan. Dan lijkt hij de loper te vangen, al kan zwart met Pg4 nog wel wat tegenstribbelen. [15.g3 Pg4 16.Th5 Pdf6 17.Txh2 Pxh2 18.Kxh2 en de partij kan beginnen. Met de twee loper zal het voor wit iets makkelijker spelen.] 15...Ld6 Natuurlijk! 16.Lg5 Tae8 Goede zet, gewoon ontwikkelen, wat dreigt wit nu helemaal? Analyse met behulp van de computer laat zien dat Pd5 misschien sterker is. Pf6 is een verdediger van h7, maar wil best geruild worden tegen de loper van c4, want dat is een gemene aanvaller tegen h7. [16...Pd5 17.Lxd5 (17.Ld3 Pb4 18.Le4 g6 19.a3 Pd5 20.c4 f6 21.cxd5 fxg5 22.Txg5 is zo'n variant die ik met behulp van de computer heb uitgewerkt, maar zelf nooit zou bedenken. ) 17...cxd5 18.Txd5 Tfe8 19.Pc3 f6 ] 17.Lxf6 [17.Txf6!? Pxf6 18.Ld3 is een logisch en sterker alternatief. Er dreigt simpel Lxf6 en Dxh7. In de partij krijgt wit de dreiging Txf6 en Dxh7, maar er is een verschil zoals we zo direct zullen zien.] 17...Pxf6 18.Ld3 Diagram 18...Pd7 en na deze zet is het verloren. Wit neemt natuurlijk geen genoegen met Dxh7+, Kxh7 Th5++ Kg8 Lh7+ met eeuwig schaak. Zwart had zich in het diagram echter kunnen redden met Te3! Dat schakelt een aanvaller van h7 uit en dat kan gewoon omdat wit op f6 ook een kwal moet geven. [18...Te3! 19.Txf6 Txd3! 20.Txd6 een desperado en Dxd6 faalt op cxd3, maar zwart ziet er nog ééntje, ook wit heeft een ongedekt stuk! 20...Td2!! (20...Te3 is natuurlijk ook een manier om het paard aan te vallen. Dat er verschil is, met Td2 zie ik pas na analyse met Rybka. 21.Pg3 (21.Th6 gxh6 22.Dxh6 De7 ) 21...Dxd6 22.Pf5 De6 23.Dg5 Te1+ 24.Txe1 Dxe1+ 25.Kh2 g6 26.Ph6+ Kg7 27.Pf5+ Kg8 en de partij eindigt met eeuwig schaak. ) 21.Th6 Dd8! (21...gxh6 22.Dxh6 Txe2 23.Dg5+ en ook dit is eeuwig schaak. ) 22.De1 Txe2 23.Dxe2 gxh6 en zwart heeft een pluspion. Je ziet tegelijk weer hoe moeilijk schaken is en ook mooi. Na de desperado 20 Txd6 heeft zwart de keus uit 20 Te3 en 20 Td2 om het paard op e2 aan te vallen. Het lijkt allemaal niets uit te maken, maar in het ene geval moet wit Th6 spelen en in het andere geval Pg3. Ik wil graag nog eens naar 2150 groeien, maar de hoop dat ik ooit nog eens iets van dit spel ga begrijpen is al lang vervlogen.] 19.Th5 En niets helpt meer tegen Txh7. Ook na 19 Pf6 komt 20 Txh7 met winst. 19...f5 20.Lc4+ De loper heeft zijn werk op d3 gedaan en mag de genadeslag uitdelen. Jammer dat Hans zijn kans miste met Te3 en tja, dan kan in het scherpe stellingen hard gaan. Geen schande om te verliezen van een 1900-mannetje natuurlijk. Het zou mij later dit seizoen ook een keer overkomen :-). 1-0













(6) Kuijper,Ruben (1894) - van de Peut,Aart (1962) [E38]
KNSB 3C Leiden (1.5), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.d4 e6 2.c4 Pf6 3.Pc3 Lb4 Nimzo-Indisch, tienduizenden malen gespeeld in mijn database en daar staan onze partijen niet eens bij. Zeg dus maar gerust miljoenen malen. 4.Dc2 c5 5.dxc5 Pa6 6.a3 Lxc3+ 7.Dxc3 Pxc5 De tienduizenden zijn teruggebracht tot duizend. In de helft van de gevallen kiest wit voor b2-b4 en scoort daar goed mee (62%), in de andere helft van de gevallen f2-f3 (46%) wat ook Ruben kiest. Na b4 is Pe4 mogelijk, dat haalt wit er eerst uit. 8.f3 [8.b4 Pce4 9.Dd4 d5 10.c5 en we krijgen een heel ander stellingsbeeld dan in de partij.] 8...d6 9.b4 Pa4 10.Db3 En nu nog maar 8 partijen, grappig he hoe je na een paar zetten altijd wat ander krijgt. Wie speelt er wel eens 2x hetzelfde? Ja, herdersmat in mijn jeugd, haha. 10...Ld7 Een laatste blik in de database. 5x werd deze zet gekozen, en behalve 2 remise scoorde zwart louter nullen! Terwijl na Pb6 dat in de overige 3 partijen voorkwam, zwart aan het langste eind trok. Opmerkelijk. 11.e4 0-0 12.Lg5 Een zet die bij mij niet zou opkomen, ik zou toch liever iets aan mijn koning doen. 12...a5 en we zijn op onbekend terrein! 13.Td1 h6! Diagram En we hebben al een kritieke stelling denk ik. Wit kan een pion winnen met 14 Lxf6 Dxf6 15 Txd6 en ik zag eerlijk gezegd niet goed wat er tegen was. 14.Lh4 [14.Lxf6 Dxf6 15.Txd6 de loper op d7 hangt en als die er af gaat, hangt het paard op a4. Heeft zwart genoeg compensatie na 15 Tfd8 16 Txd7 Txd7 17 Dxa4 Dc3+? Ik was er niet zeker van, maar met een onderontwikkelde koningsvleugel moet het wel zo zijn. Maar zwart heeft misschien nog wel sterker met 15 axb4! 15...axb4 16.axb4 (16.Dxb4 Lc6 17.Pe2 Tfd8 18.c5 Dh4+ 19.Pg3 Dg5 20.Le2 Pxc5 21.Txd8+ Txd8 22.f4 De7 23.0-0 is een variant die Rybka geeft waarin wit het erste achter de rug lijkt te hebben. ) 16...Pc3!! 17.Txd7 Ta1+ 18.Kf2 Pxe4+ en wit kan met een gerust hart opgeven. Mooie zet 16 Pc3.] 14...axb4 15.axb4 Zoals we net in de analyse al zagen is Dxb4 ook een mogelijkheid, maar wie zou niet automatisch deze zet spelen. 15...Db6 [15...Pc5!? 16.bxc5 La4 17.Db6 Lxd1 18.Dxd8 Tfxd8 19.Lxf6 gxf6 20.Kxd1 dxc5+ Diagram laat nog eens mooi zien hoe belangrijk ontwikkeling is. De witte koningsvleugel staat hulpeloos toe te zien. Wit doet er beter aan om niet 16 bxc5 te spelen, maar het is duidelijk dat zwart aan het roer is.] 16.Lf2 Dc7 17.Ld3 Diagram Nu nog Pe2 en 0-0 en wit staat niet verkeerd. 17...d5 Natuurlijk, wit is nog niet gerokeerd, zwart gaat het spel openen. 18.exd5 exd5 19.Pe2? De zet lijkt logisch, ontwikkelt het laatste stuk, maar nog altijd heeft wit niet gerokeerd. Daarom had wit 19 c4-c5 moeten spelen, dat houdt de stelling zo goed en zo kwaad als het gaat dicht. Nu krijgt zwart de kans de stelling te openen. Dat is wat je altijd moet doen wanneer je ontwikkelingsvoorsprong hebt. [19.c5 Pxc5 20.Lxc5 La4 21.Dc3 Lxd1 22.Kxd1= is dezelfde truc als in de analyse van een paar zetten geleden met het verschil dat wit hier al iets verder ontwikkeld is en dus nog kan vechten.] 19...dxc4 20.Lxc4 Pb6 21.Tc1 [21.Lxb6 Dxb6 22.b5 Tae8 en de witte koning is nog altijd niet veilig. ] 21...Pxc4 22.Txc4 [22.Dxc4 Dxc4 23.Txc4 Tfe8! Diagram en wit is hulpeloos.] 22...De5 23.Ld4 [23.De3 Db5 en er komt een toren naar e8. Hetzelfde probleem als in het analysediagram. De witte stelling is beyond repair.] 23...De6 24.Dc2 Lb5 25.Tc5 Ta2 26.Lb2 Lxe2 en zwart wint een stuk. 0-1













(7) Valstar,Jasper (1732) - Zwinkels,Wim (1918) [B52]
KNSB 3C Leiden (1.7), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.Lb5+ Olger mag dan zijn eigen systeem hebben tegen de Siciliaan, Jasper weet heet wat van de Lb5-variant! Een halfje is al zeker!? 3...Ld7 4.Lxd7+ Dxd7 5.0-0 Pc6 6.c3 Pf6 7.d4 Waarbij Jasper niet bang is om een pion te offeren. 7...Pxe4 8.d5 Pe5 9.Te1 Nu is het definitief een pionoffer. 9 Pxe5 dxe5 en nu 10 Te1 kan ook, maar zwart heeft in dat geval licht voordeel. Hij speelt meestal Pf6, e6 en 0-0-0. 9...Pxf3+ 10.Dxf3 Pf6 11.c4 0-0-0 De zet die op één na het meest gespeeld wordt in deze stelling. Veruit de meeste partijen gaan verder met e7-e5. Wit heeft druk op de e-lijn en die wil zwart zo snel mogelijk neutraliseren. [11...e5 12.dxe6 Wit moet natuurlijk wel nemen, als de e-lijn dicht blijft, is zijn compensatie als sneeuw voor de zon verdwenen. Omdat schaken ook een pschychologisch spelletje is zou ik met zwart overwegen om 11 e6 te spelen in plaats van e5. Naar mijn idee slaat wit na e5 altijd en passant, maar kan hij na e6 denken, o, die pion staat toch gepend, die kan niet weg, die sla ik nog wel eens. Na bijvoorbeeld 12 Pc3 kan zwart dan alsnog e5 spelen en is de e-lijn dicht. Het kost wel weer een tempo en misschien heeft wit voldoende compensatie in zijn ontwikkelingsvoorsprong. 12...fxe6 13.Lg5 Le7 14.Pc3 0-0 15.Dh3 h6 16.Dxe6+ Dxe6 17.Txe6 en de stelling is gelijk.] 12.Pc3 g6 13.Ld2 Voor deze zet geldt wat mij betreft hetzelfde als voor mijn verhaal over 11 e5 of 11 e6. Je zou Lg5 verwachten, maar dan gaat zwart never en nooit e7-e6 spelen. Hij staat dan in een vervelende penning. Moet je maar eens opletten wat er gebeurt! 13 Tb1 en 14 b4 of 13 a3 en 14 b4 liggen mijns inziens meer voor de hand, je kan altijd nog zien waar de loper van c1 heen moet. 13...Lg7 14.Tab1 The8 15.b4 e6? Diagram [15...Dg4 16.Dd3 Pd7 17.Pe4 is de variant die Jasper geeft en het wordt spannend. Wit komt op de damevleugel en heeft zeker spel voor zijn pion.] 16.Lg5! Diagram Ai, d2 was bepaald niet het eindstation van de loper. Gefopt! Nu is goede raad duur. 16...De7 [16...cxb4! 17.Pb5 exd5 18.Txe8 Txe8 19.Lxf6 De6 20.Pxd6+ Dxd6 21.Lxg7 ] 17.bxc5!! Wit neemt de gelegenheid te baat om de b-lijn te openen. Dxb7 komt onder omstandigheden in de stelling. [17.dxe6 was de zet die ik bij het langslopen spotte en met Pd5 er achteraan leek mij dat wel te winnen. Zoals Jasper het doet is het net zo prima. 17...fxe6 18.Pd5 ] 17...h6 Zwart heeft niet de tijd om terug te slaan, hij wil zo snel mogelijk van de penning af. 18.cxd6 en wit slaat rustig door en snoept een pionnetje mee [18.Pb5! hxg5 19.Pxa7+ Kc7 (19...Kd7 20.Txb7# met een mooi mat; of 19...Kb8 20.Pc6+ met damewinst) 20.Da3 leidt tot spoedig mat, maar is een typische computer variant. Ik vind wat Japer speelt beter, hij gaat gewoon winnen.] 18...Txd6 19.Lxf6 [19.c5! was hier wel serieus te overwegen omdat de zwarte toren nauwelijks wegkan.; er volgt direct d6 en het mat op b7 komt echt in de stelling! 19...hxg5 (19...Td7 20.d6 Dd8 21.c6 is slechts één van de varianten waaraan wit zich kan verlekkeren.) 20.cxd6 Dd7 21.Tec1 Kb8 22.Pe4 Pxe4 23.Tc7 ] 19...Lxf6 20.Pe4 Wint een kwaliteit, maar c5 was hier min of meer verplicht en had de zaak direct beslist. [20.c5 Ta6 21.d6 Diagram en vanwege de dreiging Dxb7 mat moet zwart de loper op f6 loslaten.] 20...Le5 21.Pxd6+ Lxd6 22.Db3 en vanaf hier speelt Jasper het wat te rustig. Het is niet fout, maar wit moet lijnen openen tegen de zwarte koning. Daarom 22 dxe6! [22.dxe6! fxe6 23.c5!! Lxc5 (23...Lb8 24.Txe6 Dxe6 25.Dxb7+ Kd8 26.Td1+ ) 24.Tec1 b6 25.Dc6+ ] 22...b6 23.Db5 Dd7 24.Db3 Lc5 25.Df3 e5 26.d6? Het vraagteken is van Japer die daarmee streng is voor zichzelf. Nu opent hij eindelijk een lijn, dus veel mis is er niet met deze zet. 26...Kb8 27.Tbd1 Te6 De d-pion is omsingeld en gaat sneuvelen. 28.Dh3 [28.Td5! en wit redt de d-pion of krijgt de e-pion er voor terug. 28...Txd6 (28...Lxd6 29.c5!! altijd weer die zet!! Dat opent lijnen en beslist de partij meteen. 29...bxc5 30.Tb1+ ) 29.Tdxe5 Tc6 30.Td5 Ld6 31.Dd3+- ] 28...Ld4 29.Dxh6 Dxd6 30.Dd2 Tf6 31.Tf1 Dc5 Zo van c4-c5 gaat het voorlopig niet meer komen. Zwart heeft daarom een taaie stelling. Jasper moet zijn techniek laten zien. 32.Kh1 Dxc4 33.Tc1 Db5 Diagram Welke zet speel je hier met wit? Tip: ondermijn de verdediger! 34.Dc2 [34.f4! De8 35.fxe5 Txf1+ 36.Txf1 Lxe5 37.Dd5 f6 38.g3 Na het ondermijnen van pion e5, loper d4 krijgt de toren meer mogelijkheden om in te grijpen.] 34...Lc5 35.Dc3 Te6 36.Dh3 De2 37.Dh8+ Kb7 38.Dd8! Td6 39.De7+ Ka6 40.Dxf7 Td2 41.Tce1 Dd3 42.Db3 Dd4? Begrijpelijk dat zwart geen dames wil ruilen, zijn stukken lijken dreigend te staan. Na dameruil is de witte koning veilig en zal wit met zijn kwaliteit meer wel winnen. Maar wit kan dameruil dan niet afdwingen, hij kan dat nu wel met de torens en ook dat maakt de stelling voor wit veel makkelijker te spelen. 43.Td1! Txd1 44.Txd1 Df4 45.a4!! De pion op f2 is niet belangrijk, hier dreigt in de eerste plaats Db5+ en Td7+. Zwart mist alle controle over de witte velden. Daarom is de combinatie van dame en loper lang niet altijd een gelukkige. Dame en paard zijn in veel gevallen zeker net zo goed. 45...Db4 De rollen zijn omgedraaid, zwart wil alsnog maar wat graag de dames ruilen. 46.Dd3+ Nee dank u, ik ga nu in de aanval winnen zegt wit. 46...Ka5 47.Tb1! Dxa4 48.Dc3+ Lb4 49.Dxe5+ Ka6 50.Ta1 en uit. 50...La3 51.Dc3 Kb7 52.Dxa3 Dxa3 53.Txa3 Met opgeven is nog nooit een partij gewonnen, maar hier had dat best gemogen, al speelde ook Jasper met genoegen nog even door. 53...b5 54.h4 Kb6 55.g4 b4 56.Tb3 a5 57.h5 gxh5 58.gxh5 Kc5 59.h6 a4 60.Txb4 Kxb4 61.h7 en zwart zag behalve een dame op h8 nog een lief pionnetje op f2 staan, dat was te veel! 1-0













(8) Aalders,Peter (1923) - van den Brink,Geurt (1783) [A11]
KNSB 3C Leiden (1.8), 17.09.2011
[Valstar,Jasper]

1.c4 Pf6 2.g3 c6 3.Lg2 d5 4.Pf3 Pbd7 5.0-0 e5 GP zal niet aarzelen wanneer hij het centrum kan pakken, waarschijnlijk opgegroeid in dezelfde tijd als ik met dezelfde boekjes. "Oom Jan leert zijn neefje schaken" was er daar één van. 6.cxd5 cxd5 7.Da4 Ld6 8.d4 Diagram 8...0-0 Hier viel ook e5-e4 te overwegen. Maar GP is niet bang voor de geïsoleerde pion en hij ontwikkelt rustig verder. [8...e4 9.Pe5 0-0 10.f4 (10.Pxd7 Lxd7 11.Db3 Lc6 12.Pc3 Dd7 ) 10...exf3 11.Pxf3 h6 en de witte e-pion is achtergebleven, zwart heeft geen problemen.] 9.dxe5 Pxe5 10.Pc3 Ld7 11.Db3 Lc6 Diagram Wit heeft de zwarte iso al goed op de korrel, de dame op b3, het paard op c3 en de loper op g2 kijken al naar de d-pion. Het is een potentiële zwakte. Die moet je eerst vastleggen, verder belegeren en dan winnen. Daarom kwamen Pd4 of direct Td1 meer in aanmerking dan de zet die wit speelt. 12.Te1 [12.Td1 Ped7 13.Lg5 ; 12.Pd4 vooral dit is de zet die mij bevalt. Pion d5 taat nu 3x in en hij is onbewegelijk vastgelegd. Ook een plan met Pxc6, bxc6 e4! komt beeld al moet je dan wel zorgen dat zwart dat niet met d5-d4 kan beantwoorden natuurlijk. 12...Lc5 13.Td1 en wit heeft een gemakkelijke plus.] 12...Db6 Een zet die ik niet goed begrijp. Met de iso moet zwart het hebben van actief tegenspel. Dan denk je niet meteen aan dameruil. Zwart had hier de kans om de iso op te spelen en zo meer ruimte te creëren. Die kans had moeten worden aangegrepen. Met 12 Pxf3+ en 13 d4 had hij dat kunnen bereiken. [12...Pxf3+! 13.Lxf3 d4 14.Pb1 Da5 15.Ld2 Df5 16.Pa3 Dh3 17.Lxc6 bxc6 18.Df3 Lxa3 19.bxa3=/+ is de suggestie van Jasper en die snijdt hout.] 13.Dxb6 axb6 14.Lg5 Geeft zwart de kans te ontsnappen, maar waar wit op zet 12 Td1 naliet is het logisch dat hij dat op zet 14 weer doet. 14...Pe4 [14...Pxf3+ 15.Lxf3 (15.exf3 d4 16.Pe2 Lc5 17.Lxf6 gxf6 Diagram en we hebben een bepaald niet alledaagse pionnenstructuur. Zwart heeft alleen maar losse pionnen, maar de lopers compenseren veel. ) 15...Pe4 en zwart staat bevredigend. Dankzij de aanval op g5 wordt of het paard van c3 geruild dat een geduchte aanvaller van pion d5 is of hij krijgt een pion op e4 die veel minder kwetsbaar is dan de pion op d5.] 15.Pxe4 dxe4 16.Pd4 Lc5 [GP besluit een pion te geven. Dat is een keuze. Stug verdedigen met f7-f5 was ook mogelijk, al staat wit wel beter. 16...f5 17.Ted1 Lc5 ] 17.Pxc6 bxc6 18.Lxe4 en wit heeft wel wat bereikt. 18...f6 19.Ld2 Tfe8 met de dreiging Pg4! 20.e3 Diagram En hier heeft wit een dubbelaanval! Hij wint dus een stuk, al krijgt wit er wel een kwaliteit voor terug. Het verandert het stellingsbeeld en was daarom toch de beste keuze. Nu heeft wit een pluspion en loperpaar en wit heeft niet veel kans het fout te doen. 20...Te6 [20...Pc4 21.Lxc6 Pxd2 22.Ted1 Pe4 23.Lxe8 Txe8 24.Td7+/= ] Nu c6 gedekt is, dreigt Pc4 nog harder, maar wit is aan zet en heeft een logische zet om het er uit te halen. Bovendien staat de zwarte toren op e6 wat kwetsbaar. 21.Lc3 Tae8 22.b4! Lf8 Diagram 23.b5! Hoewel Rybka nog sterkere zetten vindt dan 23 b4-b5 toch een uitroepteken. Het is zo logisch en begrijpelijk, dat het mooi is in al zijn eenvoud. 23...cxb5 [23...Td6 24.Lxe5 Txe5 25.Lxc6 is de andere manier om materiaal te geven en verdiende ook overweging gezien de ongelijke lopers.] 24.Ld5 Lc5 25.Tab1 De verkeerde toren! Te1-b1 was nauwkeuriger en op zet 26 blijkt waarom. 25...Kf8 26.Lxe6 Txe6 [26...Pf3+ 27.Kf1 Pxe1 28.Ld7 Td8 29.Lxb5 Pc2 en zwart heeft kwaliteitsverlies weten te voorkomen en kan nog een poos vechten.] 27.Lxe5 Txe5 28.Txb5 Naast een pion staat GP nu ook een kwal achter. Hij recht echter de rug en besluit te vechten voor wat hij waard is. 28...Te4 29.Te2 h5 Hoe meer pionnen er af gaan, hoe kleiner de kans dat wit wint, want wit moet uiteindelijk wel een pion over houden om een dame te halen. 30.h4 g5 31.hxg5 fxg5 32.Tb3 Tg4 33.Kh2 Tc4 34.Teb2 h4 35.gxh4 Txh4+ en weer is er een pion af. 36.Kg2 Tg4+ 37.Kf3 Tg1 38.a4! g4+ 39.Ke4 g3 40.fxg3 Txg3 41.Tb5! Wie herinnert zich nog het plan met b2-b4-b5 waarmee de pion op c6 werd ondermijnd en Ld5 mogelijk werd. Wit in ieder geval wel, hij gaat nu met a2-a4-a5 de pion op b6 ondermijnen en de loper op c5 aan de tand voelen. Daarom een uitroepteken op zet 38 en hier weer. 41...Tg4+ [41...Txe3+ 42.Kd5 Ta3 43.a5!! ] 42.Kf3 Th4 [42...Txa4 ligt toch erg voor de hand en doet me vrezen dat er iets met de notatie of de invoer van de partij niet in orde is. Ik vermoed dat de toren van b2 op a2 staat, maar een logische contructie heb ik nog niet weten te maken.] 43.a5 Th3+ 44.Kf2 Th2+ [44...Lxe3+ 45.Kg2 Th7 46.axb6 Tb7 47.Tf5+ Kg7 en de witte koning loopt naar a6 of c6.] 45.Kg3 Ld6+ en GP geloofde het verder wel. Na 46 Kg4 Txb2 47 Txb2 bxa5 zal de e-pion de doorslag geven. Toch vind ik het vreemd dat hier opgegeven wordt en het versterkt de indruk dat er ergens in de notatie iets niet klopt. Het resultaat verandert echter niet 1-0. Jammernna een goed gespeelde opening. 1-0



Generated with ChessBase 11
Download CBLight for free here